Op 17 januari was het precies 25 jaar geleden dat de Stichting Behoud Weervisserij werd opgericht. Bij het bereiken van die mijlpaal hoort terugkijken en overheerst de trots op wat er in die voorbije kwarteeuw allemaal is bereikt. Ook zijn er zorgen.
Door: Ben van den Aarssen | Foto: Pix4Profs/Peter Braakmann – Firma Van Dort met een afvaardiging van het bestuur van Stichting Behoud Weervisserij. Vanaf links: weervisser Henk van Schilt, Rian van Dort, Lau de Smet, Rick van Geel en Kees Coppens.
De laatste twee jaar werd in de kom van de Oosterschelde haast geen ansjovis meer gevangen. Bovendien maakte corona toeristische vaartochten naar de drie weren onmogelijk. Ondertussen zetten het bestuur en de familie Van Dort samen de bakens uit naar de toekomst.
In de toenmalige vistro Hildernisse werd alles destijds bekokstoofd. Er moest een organisatie komen die de ansjovis op de kaart zette. In de stad, in de regio en ver daarbuiten. Ook werd ingezet op het behoud van een eeuwenoude manier van vissen, waarbij de vis met behulp van houten staken en de getijden in een fuik wordt geleid.
Cor van Dort en Piet Landa waren op dat moment de laatste weervissers in de stad. Ondertussen is enkel de familie Van Dort nog actief, in de rug gesteund door het bestuur en de bijna veertig vrijwilligers van de Stichting Behoud Weervisserij.
Henk van Schilt (61), de schoonzoon van de 89-jarige Cor, is er duidelijk over. “Zonder al die vrijwilligers zouden wij al niet meer bestaan. Daarvoor is ons werk te arbeidsintensief.” Het is een bijzondere combinatie: een bedrijf dat enkel kan voortbestaan als er voldoende winst wordt gemaakt, met vrijwillige medewerkers die daarvoor bij nacht en ontij de handjes uit de mouwen willen steken.
Kees Coppens, sinds drie jaar voorzitter van de club, is er met recht trots op. “Het is een unieke samenwerking. Vergelijkbare voorbeelden ken ik niet.”
In dood tij terecht
Rond het jaar 2010 kwam de organisatie in dood tij terecht. Veel gebeurde er niet meer, totdat toenmalig voorzitter Jan van Paassen, samen met enkele vertegenwoordigers van de Stichting Industrieel Erfgoed Bergen op Zoom (SIEB), een nieuwe bestuur vormde.
Lau de Smet, de huidige secretaris, noemt de deelnames aan ProefMei en de Brabantse Wal Dag belangrijk voor de naamsbekendheid. Samen met asperges en aardbeien groeide de ansjovis uit tot een heus merk. “De aandacht voor streekproducten is groter dan ooit.”
Naast gemeentelijke subsidies en donaties werden ook de vaartochten naar de weren een belangrijke inkomstenbron. “Ook kreeg de stad er op die manier een toeristische beleving bij.” Het onderwijs werd bereikt, met een lesbrief en vaartochten voor leerlingen van groep acht.
Henk van Schilt groeide uit tot de meesterverteller aan boord. Binnen de kortste keren had Van Schilt de kinderen bij de les. “We hebben altijd wel een beun bij de hand, met krabben, paling en soms zelfs een kreeft erin. Als je die liet zien had je meteen alle aandacht.”
De vrijwilligers van de Stichting Behoud Weervisserij zijn een verhaal apart. Ze helpen mee, het jaar rond. Van het kappen van de staken in de winterbossen op de Brabantse Wal en het repareren van de weren in het vroege voorjaar tot het bijliggen in het seizoen.
Rian van Dort, de wederhelft van Henk, legt uit wat die zogeheten bijliggers doen. “Ze moeten de aalscholvers op afstand houden. Met z’n honderden zitten ze te wachten. Vroeger heb ik mijn vader nooit over die vogels gehoord.” Rian draait in het seizoen de winkel aan huis, in de Artilleriestraat. En ze onderhoudt de contacten met klanten, elders in het land.
Blij met media-aandacht
“Onze gezouten ansjovis gaat naar sterrenrestaurants in het hele land.” De weervisserij levert naast veel mooie verhalen vooral ook schitterende beelden op. Een stroom van schrijvers, fotografen en filmmakers liet zich de voorbije jaren inspireren door de Bergse weervisserij. Rick van Geel, verantwoordelijk voor de pr-activiteiten binnen het bestuur, is blij met al die media-aandacht. “Het is een bijna verdwenen ambacht, uniek in Nederland.”
De laatste twee jaar hielden de vangsten niet over en ook corona zorgde voor een domper. Geen vis, geen publiek, helemaal niks. Tot in Peru staat de ansjovis onder druk, door de steeds hogere watertemperaturen. Vissers klagen al jaren over de slechte vangsten in het oostelijk deel van de Oosterschelde.
Henk van Schilt wil het vonnis nog niet uitspreken. Hij houdt hoop op een ommekeer. “Bij Colijnsplaat en verder richting de pijlerdam springen wijting en schar zowat aan boord.” Het bedrijf hangt ook niet af van alleen maar ansjovis, legt Rian uit. “We doen ook paling.”
Niettemin staat de continuïteit van de bedrijfsvoering bij uitblijvende vangsten onder druk. Ook al behoort de Bergse weervisserij tegenwoordig officieel tot het Immaterieel Erfgoed Nederland. Van Schilt is trots op die waardering, net als het bestuur. Maar in de supermarkt koop je er niets voor.
“Onze bootjes, het materiaal, de vergunning, dat is ons pensioen. Zoiets ga je niet opeten.” Daarom ook zijn het bestuur van de stichting en de familie in gesprek over hoe het verder moet. Ook het slechtst denkbare scenario, het stopzetten van de bedrijfsvoering tussen nu en tien jaar, komt daarbij aan de orde.
Voorzitter Coppens is er duidelijk over. “Vast staat dat we met onze vrijwilligers een van de drie weren hoe dan ook in stand willen houden, in een museale context, voor educatieve doeleinden. Dit ambacht mag nooit verloren gaan.”
Bron: BN/DeStem